Mijn favoriete schrijfsters zijn Tonke Dragt (De Brief voor de Koning, Torenhoog en Mijlenbreed) en Alet Schouten (Het teken van Wichart en De hertesprong). En dan nog de boeken van een Engelse schrijfster: Rosemary Sutcliff.
'Ik ben eigenlijk altijd al een beetje schrijver geweest. Ik heb eigenlijk nooit NIET geschreven. Ik denk dat ik er (op mijn vijfde of zo) mee begonnen ben omdat ik merkte dat je met zelfverzonnen versjes en verhaaltjes succes kon hebben. Zodra ik kon lezen werd ik een boekenwurm, ik zat altijd in fantasiewerelden, die ik ook vaak zelf bij elkaar verzon. Mijn broertjes wilden altijd graag verhaaltjes horen, soms schreef ik ook wat op en dan vroegen ze steeds om meer. En mijn juf in de tweede klas (groep 4) moest een keer lachen om een grappig verhaaltje dat ik verzonnen had, toen was ik enorm trots! Dus ik schrijf al zolang als ik me kan herinneren. Toen mijn moeder een keer zei dat ik Paul Biegel een goede schrijver vond (wat ik zelf niet wist, ik lette nooit op schrijversnamen), besloot ik schrijver te worden.'
Stel je voor: het is 1700. Nederland handelt. Niet alleen suiker en maïs worden van over de hele wereld verscheept, maar ook mensen. Ze worden vanuit Afrika naar Suriname gebracht. Om te werken. Het is een slavenhandel.
Stel je voor: je wordt uit je moederland meegenomen om ergens anders te moeten werken. Witte mannen met rare kleding stoppen je in een kelder vol poep, laten je daar weken wachten en ketenen je dan vast aan andere mensen. Ze zetten je op een schip naar een land dat je niet kent, waar je voor dezelfde mannen moet werken. Ze houden je in de gaten en je kunt geen kant op.
Het enige waar je dan nog aan kunt denken is vrijheid.
Daarom grijp je je kans en vlucht je de jungle in. Je belandt in een bos vol bloedzuigers, grasluizen en de stank van het moeras. Maar jij zuigt je longen vol lucht, wijdt je borst, en krijgt een duizelig gevoel in je hoofd; Je bent vrij! Echt vrij!
Je leeft.
Samen met haar Ghanese vriend Kofi en haar Surinaamse vriend Weston komt Helmi door brieven van een verre grootvader veel te weten over de slaventijd in Ghana en Suriname in de periode van 1700 - 1863.
'Toch komen ze daarvandaan. En ze hebben witte gezichten en handen, waarschijnlijk zijn ze onder hun kleren ook wit.'
'Aarzelend pakte Willem de hand aan en drukte die. Het was de eerste keer dat hij een neger aanraakte. Onwillekeurig veegde hij zijn hand af aan zijn broek. Weer grinnikte Jacob, niet beledigd, maar echt vermaakt, alsof hij het innerlijk uitschaterde om die onnozele jongen uit het noorden.
'Ik geef niet af hoor.' Hij liet zijn handpalmen zien. 'Bovendien zijn ze bijna zo blank als jouw schrijvershandjes.'
'Wie was hij? Niemand, een beest zonder rechten, van hot naar her geschopt door kerels zonden goden en geboden! Hij wrong zijn polsen in de boeien. Als hij los kon komen! Dan zou hij ze tot pulp slaan! Op hun koppen stampen tot ze als rotte ananassen uit elkaar zouden spatten!'
'Wat gaan jullie met het geld doen?' vroeg een blanke man in een zebra T-shirt.
'Op reis gaan,' zegt het meisje. 'We willen op reis naar het land van Anansi. Mijn over-over-over-overgrootvader is daar geweest, maar ik nog nooit.'
'Haar imperialistische wortels zoeken,' zegt de bruine jongen die dichterbij gekomen is.
Er vliegt een schaduw over het gezicht van het meisje.
'Onze wortels,' zegt ze kort. 'We willen terug naar ónze wortels.'
'Dans om het zwarte Goud is een uitermate boeiend werk, dat ook uit historisch, educatief en emancipatorisch oogpunt niet te versmaden valt, met een typische 'Lydia Rood-charme'.' - André Oyen, de Vrijzinnige Lezer, juni 2001
Kijk hier naar een interview met Lydia, door Mikkie Rood
Op het Jongerenliteratuurplein vind je informatie over boeken waar je jezelf in kunt herkennen of je over kunt verbazen.
Of je nu van spannende, waar gebeurde of romantische levens houdt, van verzonnen of historische werelden, op
vind je de nieuwste jongerenromans, Nederlandse en vertaalde literatuur, thrillers en chicklit.
De canon van Nederland
De canon van Nederland wordt gevormd door 50 'vensters', een soort hoofdstukken, belangrijke momenten in de Nederlandse cultuurgeschiedenis. De vensters beginnen bij ±3000 voor Christus en eindigen bij een blik in de toekomst. Van de vroege landbouwers en hun Hunnebedden tot het leven van Annie M.G. Schmidt. En van Karel de Vijfde tot de eenwording van Europa.
Je kunt alle vensters bekijken op de website entoen.nu
'Slavernij: Mensenhandel en gedwongen arbeid in de Nieuwe Wereld' is één van de vensters. Rond 1621 startte Nederland met de handel van slaven door de oprichting van de West-Indische Compagnie. Samen met andere kolonisatoren werden tot het einde van de 18e eeuw 12 miljoen Afrikanen als slaaf verspreid over de hele wereld. Slaaf zijn betekende gedwongen arbeid en geen zeggenschap over waar, met wie en hoe je leefde.
Pas op 1 juli 1863 volgde in Nederland de afschaffing van slavenarbeid en slavernij, als een van de laatste landen in Europa.
Op entoen.nu/slavernij vind je veel informatie over slavernij, het ontstaan, de rol van Nederland en de opstanden.
Dans om het zwarte Goud heette eerst Anansi's Web. Er komen veel verhalen over de spin Anansi in voor;
Voorwoord
Sinds Nyankopon, de God van de Hemel, langgeleden zijn verhalenschat aan de spin Kwaku Anansi gaf als beloning voor zijn slimheid, zijn er vele, vele verhalen verteld. Sommige over Anansi zelf, en sommige niet, want Anansi is de baas over alle verhalen. Uit Afrika meegereisd met de slavenschepen, doken ze in Suriname weer op als Anansi-tori, en later verhuisden ze per vliegtuig mee naar Nederland. Sommige zijn eeuwen oud, andere zijn gloednieuw. Anansi-verhalen worden verzonnen en doorverteld en aangepast en weer doorgegeven, want Anansi-verhalen gaan over ons allemaal en zijn van ons allemaal. Geen enkel verhaal is er zomaar, geen enkel verhaal bestaat los van de luisteraars, ieder verhaal heeft zijn wortels in het land en de tijd waarin het wordt verteld, en elke verteller heeft zijn bedoeling.
Wij mensen hebben een geheugen dat verder teruggaat dan onze geboorte. Dat houdt ons bij elkaar, en dat houdt ons bij de waanzin vandaan. Onze gezamenlijke herinneringen gaan schuil in de verhalen die we elkaar vertellen. Omdat alle mensen verschillend zijn, en alle mensen hetzelfde, willen we steeds weer nieuwe dingen horen, en daarom ook horen we steeds hetzelfde in een nieuwe vorm.